<Vorige]  ['De Kolom' index]  [Volgende>

De Kolom logo spacer
spacer [Klik hier voor print-versie
spacer
spacer 82:  Piet
1-9-2010
spacer spacer

Water

Het is weer zo ver, de column van Piet. De titel klinkt alvast bemoedigend en we zijn er allemaal wel eens naar op zoek. Toch leven wij er middenin en lang niet al het water is drinkbaar. Verzilting en vervuiling slaan toe en telescopen staan gericht op andere hemellichamen of daar schoon water is te vinden. Terwijl ik dit schrijf valt het met bakken uit de lucht, kelders lopen onder, straten en wegen staan blank.

Nederlanders klagen graag over het weer. Eerst is het te koud en te nat, dan is het weer te warm en te droog. Wees blij dat je in Nederland woont. Neem nou de droogste plek op aarde, dat is de Dry Valleys op Antarctica, daar heeft het al twee miljoen jaar niet geregend. De natste plek op aarde is het Afrikaanse eiland Réunion. In maart 2007 viel er in 72 uur bijna vier meter regen. Dat is in de regenmeter de lengte van Teus plus Aris en een stukje Hans.

Gigantische hoeveelheden regen zijn deze zomer gevallen in Oost-Europa, Zuid-Europa, China, Pakistan en ik hoor net op de radio overstromingen in de Achterhoek, maar dat is niet te vergelijken met de eerdergenoemde. Dan spreken we over een ramp vergeleken met Zeeland 1953. Ook de Krimpenerwaard, de bakermat van de Van Dammen, werd toen door een ramp bedreigd. Regen, storm en springtij zorgden voor een gevaarlijke situatie. Zelf weet ik dit nog heel goed met mijn bijna vijf levensjaren. Alle mensen in de polder brachten een aantal spullen naar zolder want de rivierdijk in Ouderkerk aan de IJssel stond op springen. De mannen stonden op de polderwegen voor het huis en van buur naar buur werd doorgegeven hoe het er voorstond want bijna niemand had toen nog telefoon. Een pan soep stond op het fornuis en je voelde de spanning stijgen. Toen kwam vader Teunis binnen rennen en gilde: de dijk is door, het water komt. Meteen ging hij weer naar buiten en een half uur later kwam hij weer binnen met de mededeling dat het water stabiel bleef. Een gat van tien meter was in de dijk geslagen en een schipper die er met zijn schuit vlakbij lag stuurde zijn vrachtboot het gat in waar het bleef steken en zo de waard voor een ramp behoede.

In de polder was men vroeger altijd heel behulpzaam. Veel dingen moesten met elkaar worden opgelost. Stond de hooiberg in brand dan werd deze met de hele buurt uitgereden. Bij de boeren hielp iedereen mee met de hooibouw binnen te halen. Het hooi werd met de hooivork opgestoken en met paard en wagen vervoerd naar de hooischuur of hooiberg. Was er iemand overleden dan waren de buurmannen dragers van de kist, begrafenisondernemers bestonden toen bijna nog niet en zeker niet op een dorp als Stolwijk.
Maar één voorval heb ik nooit begrepen. Tussen de jaren 60 en 70 stond er aan de Benedenkerkseweg een klein huisje met daarin vader en moeder en wat kinderen. Telkens in het voorjaar maar vooral in de herfst tijdens langdurige regenbuien kwam het water hoger en hoger. Eerst in de keuken, want het huisje stond zeker twintig tot dertig centimeter schuin gezakt en daarna in de woonkamer. Dit water stond ook op het erf zeker veertig centimeter tot een halve meter hoog en vaak enkele weken lang voordat het was gezakt. Maar in huis was dit een ramp want je leefde een paar weken in het water, het was vochtig en het stonk. Ik zie nog steeds die drie kinderen in de voorkamer op een stoel op een rijtje voor het raam in het water zitten. De hoge laarzen stonden al klaar aan de weg als je naar binnen moest. De buitendeur moest voorzichtig open en dicht want anders klotste het water tegen de muren omhoog. Het hele dorp sprak er over. De vader klaagde bij de gemeente, de kerk enz. enz., maar niemand stak een helpende hand uit. Er was toen toch ook al een krant maar niemand bekommerde zich over dit gezin. Ik vind dit nog steeds raar. In 1966 zorgde de werkgever dat dit gezin een nieuwbouwwoning kreeg in het dorp. Regelmatig loop ik nog langs dit huisje, het is allemaal veranderd en ook een meter hoger en recht gezet maar het staat er nog wel. En met die drie kinderen gaat het ook goed heb ik gehoord.

De pen is voor Hans.