 |

Ik ben blij met die Piet...... niet!
Het was zaterdagavond 27 december toen ik achteloos naar boven liep om Arthur z'n schone was op te bergen en hij zei: "lees dit eens op de computer mam", en tot mijn schrik zag ik dat Piet z'n column geschreven had en de "pan" zoals hij dat bewoordde (zal wel Stolks zijn, denk ik) aan mij doorgaf, dus waren m'n eerste woorden: "nou, ik ben blij met die Piet........niet!"
Later ging ik eens over die uitspraak nadenken.Was dat wel zo? De conclusie was nee.
Vanaf 1975 kwam ik in aanraking met de familie van Dam, ik kreeg namelijk verkering met Aris.
In het begin voel je je best vreemd in zo'n nieuwe familie en was dat best even wennen voor me. Ik die helemaal geen broers gewend was, kwam daar opeens wel mee in aanraking en ook met al hun grappen en uitspraken. Piet woonde toen nog thuis en dus zag ik die het meest. Ik kan me nog herinneren in het begin van onze verkeringstijd dat Aris en ik naar een spannende film op de t.v. zaten te kijken toen Piet thuis kwam. Hij keek dat even aan om vervolgens keihard boe te roepen toen het echt spannend werd, ik sprong geloof ik van schrik een halve meter van de bank omhoog. Ook het eten vond ik altijd wel spannend (niet dus). Op zondag werd altijd hetzelfde gerecht op tafel gezet, "soep met rijst en een bonk vermicelli erin", nou zoiets had ik nog nooit gegeten. De jongens vonden dat nog lekker ook en met wat grappen van Piet er tussendoor was het toch wel te eten. Later toen ze zelf gingen kokkerellen werd dat wel anders en kwam er regelmatig biefstuk op tafel, wat ze bij buren kochten, dat was pas echt 'haute cuisine'. Gelukkig dat ik toen niet wist dat het 'made in Stolwijk' was.
Eigenlijk heb ik geluk gehad dat ik in de familie terecht ben gekomen, want toen wij trouwplannen hadden kwam opeens Aris z'n zus bij hem op bezoek voor een goed gesprek.
Ze wilde toch wel even op alle gevaren wijzen om met mij te trouwen. Gelukkig liet Aris z'n eigen hart spreken en zo is het toch nog goed gekomen. Het contact met de familie groeide.
De "Van Dammen" hebben wel een bepaald soort humor die je als 'buitenstaander' moet leren waarderen. Wat mijzelf betreft, ik heb er jaren over gedaan voor ik bepaalde 'grappen' van Aris doorhad. Nu na al die jaren kan ik dit wel opbiechten. Zoals overal cactussen. In de vensterbank cactussen, buiten cactussen, in de schuur cactussen overal cactussen, ik als onnozel wicht zag daar niks anders in als inderdaad gewoon 'cactussen' maar na jaren is toch dat kwartje gevallen. En nog steeds worden diezelfde versprekingen herhaald. Op verjaardagen zijn de broers meestal op z'n best het is dan ook meestal "vier op een rij".
Ieder kreeg zijn eigen gezin en de familie groeide verder. In de jaren dat de kinderen klein waren kwam Ina, als Teus in de Alblasserwaard werkte, af en toe een dag met Jeroen en later ook met Erik op bezoek. Dat was voor mij toch wel heel bijzonder, dat had ik zelfs met m'n eigen zus niet, dat waren meestal bliksembezoeken. Verder kwam er van familiebezoeken buiten de verjaardagen om niet zoveel, totdat de familieweekenden geïntroduceerd werden. We begonnen als gezin in een eigen huisje, maar ook de jeugd werd ouder en kreeg z'n eigen inspraak. Het werd met z'n allen in één huis, dat was pas echt dolle pret en wij als ouderen volgden hun voorbeeld.
En zo wordt de familieband steeds hechter en ook weer groter nu de jongere generatie haar eigen 'inbreng' in de familie introduceert. Tegen jullie zou ik willen zeggen: het is misschien even wennen, maar het voelt goed zo'n familie. Na al die jaren kan ik zeggen, ik heb er toen eigenlijk 4 broers en 5 zussen bijgekregen.
|