<Vorige]  ['De Kolom' index]  [Volgende>

De Kolom logo spacer
spacer [Klik hier voor gewone-versie
spacer
spacer 88:  Jeroen
1-3-2011
spacer spacer

Spelonken

Als jochie ging ik ooit met Teus op expeditie naar een druipsteengrot in Frankrijk. We kregen een mijnlamp mee en moesten ons door een te klein gat wringen, waarna we al strompelend door water en modder onszelf afvroegen of we de uitgang levend zouden terugvinden... In één woord geweldig! Die onderaardse wereld van nauwe gangen, stalagmieten en stalactieten vond ik fascinerend en beangstigend tegelijk. Ik had m’n droombaan gevonden: speleoloog. Grotten ontstaan doordat kalksteen wordt uitgesleten door water, een proces dat duizenden jaren duurt. Nederland heeft geen natuurlijke grotten, daarvoor is de bodem niet geschikt. Iets verder van huis in België en Luxemburg zijn ze wel te vinden. Maar deze grotten zijn allemaal geprepareerd, zodat toeristen er met bootjes of treintjes doorheen kunnen. Dat is niet interessant voor de die-hard speleoloog. Die zoekt z’n heil in het echte werk: zoals de Mexicaanse Cave of Crystals, gevuld met gigantische kristallen.

Of de pas vorig jaar ontdekte Hang Son Doong Cave in Vietnam die werkelijk elke fantasie te boven gaat: in het hart van de grot ligt een mega ruimte van vier kilometer lang! Oehhh wat zou ik daar graag eens willen kijken. Helaas, dat zit er voor de gewone burger niet in: exit droom speleoloog.

Nu wil het geval dat er een moderne variant van de grotonderzoeker bestaat: de urban explorer. Zo’n stadsspeleoloog onderzoekt in vergetelheid geraakte stukken stad, zoals oude fabrieken en tunnels. Het zijn gewone mensen met een ietwat dromerig karakter die zich hieraan wagen… en met een lichte drang om regels te overtreden. Kijk, dat klinkt als een mooie hobby voor mij! Maar waar te beginnen? Omdat wij Nederlanders graag opruimen is het hier niet gemakkelijk om te exploren: er zijn gewoonweg weinig locaties. Ja, in oude steden vind je nog wat, zoals de kelders van het voormalige kasteel van Gouda. Ook de Amsterdamse en Rotterdamse atoomkelders, in de jaren ‘60 gebouwd voor als De Grote Oorlog ooit zou komen, zijn er nog steeds. En dankzij de Duitsers liggen bezaaid in de Zeeuwse duinen prachtige bunkers; hier was kleine Jeroen natuurlijk veel te vinden tijdens de schoolreisjes vroeger.

Maar ook voor de urban explorer is het echte moois over de grens te vinden. Zo kent Antwerpen ondergrondse stadsgrachten waar je met een gids doorheen kunt wandelen. En in Rome vind je Romeinse ruines waar de moderne stad letterlijk overheen is gebouwd. Subliem is de Basilica di San Clemente: diep onder dit gewone kerkje vind je een verborgen tempel bij een bron, Dan Brown all over the place! New York City is helemaal de bom met z’n ontelbare tunnels. Hier heb ik eens een glimp mogen opvangen van het feërieke verlaten metrostation City Hall, door in een trein te blijven zitten die werd afgerangeerd, spannend! In de New Yorkse onderwereld leven trouwens de fascinerende ‘molmensen’: daklozen die hun heil ondergronds hebben gezocht. Dat gaat zelfs mij te ver.

Maar ok, dan ben je in Parijs voor een city-trip, en wat doe je? Dan ga je op zoek naar de verborgen stad. Want leuk hoor zo’n Eiffeltoren en Notre Dame, maar het echte paradijs van Parijs ligt ondergronds. Van de met skeletten bezaaide Catacomben, tot de geheimzinnige kalksteenmijnen en natuurlijk de metro met z’n doolhof aan gangen. Prima stad om m’n nieuwe hobby te testen. Voor ons beginners leek het ondergrondse kanaal St. Martin een mooi avontuur, en volgens internet zou je er best gemakkelijk in kunnen komen.

Als kinderen zo blij gingen we op pad, maar onze verkenningstocht strandde al snel op hekken, camera’s en boze meneren. Blijkbaar toch geen kinderspel. Misschien de volgende keer een locale urbexer als gids regelen? Ik heb het nu moeten doen met de uitgestrekte kelders van het Louvre en Les Halles. Minder spannend, maar hey, je moet wat.

Tja, speleoloog ben ik dus niet geworden, en ook de stadse spelonken blijken lastig te bedwingen. Toch moet ik gewoon af en toe de muffe geur van het onderaardse opsnuiven, heerlijk! Binnenkort die Rotterdamse atoomkelder maar eens zien te vinden…

De pen gaat naar diegene die hem graag wil oppakken!