 |

Ik heb vakantie dus ik ben
Ik heb geloof ik wel weer het bewijs geleverd dat Anouk toch een beetje gelijk heeft. Deadlines zijn niet mijn sterkste punt, ik ben overigens wel altijd netjes op tijd voor afspraken. Soms zitten mensen raar in elkaar. Maakt de wereld interessant denk ik dan maar. Genoeg daarover; tijd voor de column!
Waar moet ik het in Godsnaam over hebben. Nou, ik ben net lekker twee weken naar Curaçao geweest met Anouk. Heerlijk weer, lekker bruin geworden, ontspannen, eindelijk tijd om te lezen (tijd moet je maken of liever indelen, dat weet ik ook wel), heerlijke cocktailtjes gedronken, lekker gegeten bij een ondergaande zon, de glimlach bij het lezen van de krant kijkend naar de weersvoorspelling in Nederland, beetje van het eiland gezien (niet te veel, het is niet zo bijzonder). Kortom echt een ‘bijkom’ vakantie.
Lekker lezend in de zon – filosofieboeken (niet te zware kost hoor) vind ik altijd erg leuk – vraag je je toch af: waar moet ik nu eigenlijk zo van bijkomen. Natuurlijk ik werk hard (+/- 45 uur in de week), het is een behoorlijk fysieke baan. De studie is nu eindelijk bijna achter rug. En meer dingen waarmee ik jullie niet zal vermoeien. Genoeg dus om van bij te komen zou je denken. We hebben af en toe vrij nodig van ons werk, zo is het nu eenmaal.
Werk is een zeer belangrijk onderdeel van onze identiteit. Niet zelden stel je je, in onbekend gezelschap, voor met: 'hoi, ik ben Marco. Fysiotherapeut.' Voor velen geldt: wat ik doe, is wie ik ben. Talloze onderzoeken binnen de sociologie wijzen uit dat ons zelfbeeld sterk samenhangt met onze baan. Succes en een gevoel van zingeving lijken daarbij belangrijke factoren te zijn. Veel filosofen keken juist neer op werk, het zou ons doen vervreemden van onszelf. Deze gedachte, die bijvoorbeeld door Aristoteles, maar ook door Karl Marx werd gebezigd, kan worden herleid tot de oude Grieken. Arbeid (met name fysieke arbeid) werd gezien als een slaafse activiteit. In de prechristelijke tijd werden bijna alle vormen van arbeid beschouwd als een intrinsieke slaafse activiteit. Eeuwenlang werd op deze grond de slavernij gerechtvaardigd. Wie het zich kon permitteren niet te werken, deed dat ook liever niet. Volgens Aristoteles beperkte het werken de geestelijke ontplooiing. Geestelijke voldoening en betaald werk waren dan ook volgens hem onverenigbaar.
In plaats van de gedwongen arbeid in de vorm van slavernij hebben we nu de indirect gedwongen arbeid. Er is een bevredigende afhankelijkheid in de vorm van een beloning voor de verrichte arbeid. Je kent het wel: het moment dat je je pinpas weer kunt gebruiken, meestal het eind van de maand. Er zijn namelijk maar weinig mensen die voor een symbolisch bedrag van 1 dollar per jaar werken. Steve Jobs kan het zich blijkbaar veroorloven, en de voldoening haalt hij waarschijnlijk uit zijn creaties. Kijk naar de Ipad van Apple en de massahysterie nu gaande in Amerika. Kwijlende Amerikanen in ellenlange rijen, als ware er een voedselschaarste, trachtend een exemplaar te bemachtigen. Dat moet toch een heerlijk gevoel geven.
Vrij zijn, vakantie hebben; het omschrijft de negatieve lading die nog steeds aan werken kleeft, ondanks de voldoening van salaris en het werk zelf. Er is niet voor niets zoveel weerstand tegen de plannen om de pensioenleeftijd te verhogen. Werken is de antithese van vrijheid. Deze beschouwing wordt in Nederland deels ingelegd door het protestantisme: het is nobel, maar wel een plicht. Een existentialist zou zeggen: ik werk, dus ik ben. Je bent wat je doet en dat bepaalt voor een groot deel je identiteit. Mensen die bewust werkloos zijn of niet hard zoeken naar een baan en leven van overheidsgelden kunnen nog steeds niet rekenen op veel begrip van de maatschappij. Het is dus blijkbaar een belangrijk deel van ons zijn.
Ik werk, dus ik ben. Het is maar een van de vele lagen die onze identiteit vormen – gelukkig maar. Een groot favoriet is dan ook: ik ben vrij, dus ik ben. Of: ik heb vakantie, dus ik ben. Aan dat laatste ontlenen we overigens ook nog een bepaalde status. We laten mensen graag weten dat we op vakantie gaan, nog liever laten we mensen weten dat we op vakantie zijn. Ook al komen de kaartjes vaak binnen als de vakantie alweer voorbij is. Geromantiseerde taferelen op de kaart die de werkelijkheid iets mooier maakt dan ze is. Het genot van het tekenen van het zonnetje achterop de kaart, de temperatuur erbij zettend en daarbij dankbaar gebruik makend van de +2 regel. Niet 29 graden maar 31, want dat staat mooier. Naast de kaartjes doen de foto's het ook altijd erg goed. Mensen, we doen het allemaal en we genieten ervan.
Je bent vrij, dus je bent. Een zalig Pasen toegewenst!
Nou vooruit dan maar, ook ik kan het niet laten:
|