 |

Moeilijk kind vraagt moeilijke begeleider
Zoals de meesten van jullie weten werk ik op een school voor zeer moeilijk
opvoedbare kinderen. De naam ZMOK-school is wat verouderd, we noemen het nu een
cluster IV school, een school voor speciaal onderwijs. Dat klinkt wat aardiger.
Kinderen die op een speciale school zitten komen daar niet zomaar op, er moet
echt flink wat aan de hand zijn. ADHD bijvoorbeeld is niet genoeg, je moet er
wel flink last van hebben- of anderen, zoals bij Jochem Mijers. Overigens denk
ik dat ook Bert Visscher een ADHD heeft die nooit is onderkend, maar dat
terzijde. Een kind dat bij ons op school komt heeft vaak een gedragsstoornis,
hij is opstandig, luistert naar niemand en doet niet wat er wordt gevraagd. Hij
scheldt, schreeuwt, schopt en liegt. Ook op TV is er steeds meer aandacht voor
moeilijke kinderen, niet alleen bij opvoedkundige programma's zoals "eerste hulp
bij opvoeden" of "schatjes", maar ook series die gaan over de "jeugdgevangenis"
of de spraakmakende serie "probleemwijken". Daar zie je misschien wel jongeren
die op een school als de onze zitten, zouden moeten zitten of gezeten hebben.
Dat zijn dan natuurlijk niet de succesverhalen.
Mijn taak als psycholoog oftewel gedragswetenschapper op de school is vooral het
begeleiden van de leerkrachten. Ik verdiep me in een kind en "zeg voor" hoe de
leerkracht met dit kind om moet gaan en wat hij of zij kan verwachten. Daarnaast
test ik kinderen als we denken dat we nog niet alles weten en er meer aan de
hand is. Ik hoor jullie denken dat de omgang met die kinderen voor de
leerkrachten wel erg zwaar moet zijn, terwijl ik me alleen maar met de
leerkracht bezig houd. Nou, dat is ook niet mals kan ik je verklappen. Een
leerkracht op het ZMOK moet zelf toch behoorlijk ZMOK zijn om dit te kunnen. Je
moet wantrouwend zijn, consequent en streng. Maar ook aardig, warm en meelevend.
Kinderen moeten altijd hun huiswerk maken bijvoorbeeld en als leerkracht moet je
consequent reageren als ze het niet doen. Niet gemaakt is tijd inhalen na
schooltijd bijvoorbeeld. Maar leerkrachten zelf moeten twee keer per jaar een
rapportage schrijven over een kind. Daarin moet staan aan welke doelen er
gewerkt is en of de doelen behaald zijn. En ik heb nog geen leerkracht
meegemaakt die die rapportages op tijd inlevert! De leerkracht -die een
voorbeeld moet zijn- houdt zich niet eens aan zijn eigen afspraken, hoe moet hij
dat met het kind dan doen? De helft van mijn tijd bestaat dus uit het checken
van de inleverdata, het drie keer lief vragen wanneer de rapportage klaar is en
de vierde keer de coördinator op hun dak sturen. Als ik de rapportage dan krijg,
haal ik er eerst nog wat spellingsfouten uit want d's en t's kunnen die
leerkrachten zelf ook niet erg goed. Kortom het leven van een
gedragswetenschapper bestaat niet alleen uit het begeleiden van moeilijke
kinderen, maar zeker ook uit het opvoeden van moeilijke leerkrachten. Maar het
blijft leuk.
|