 |

Vooruit m'n klootje
De eerste vermeldingen over het Oudhollandse spel klootschieten dateren uit de
dertiende eeuw. Al in 1392 werden door Graaf Albrecht van Beieren in de
Haarlemmerhout de eerste klootschietbanen aangelegd. In de vijftiende eeuw was
het spel door heel de Lage Landen mateloos populair. De vermeldingen over het
klootschieten komen vrijwel allemaal uit verbodsbepalingen van de stadsbesturen
van de grote steden, waaronder de volgende uit Enkhuizen met het verbod op:
'colven, clootschieten of andere wansturigheid, 't sy ook met stenen te
werpen, op verbeurte van dertig stuyver'
Het klootschieten bleek namelijk niet zonder aanzienlijke schade gespeeld te
kunnen worden. Ouden van dagen, kinderen en de stadsmuren waren niet veilig voor
de rondvliegende kloten. Er waren meldingen van vernielingen en zelfs
'uitspattingen' op plaatsen waar klootschieters bijeen kwamen.
Het doel van het spel was een houten bal in zo min mogelijk worpen naar een
bepaald punt te werpen. Later werd dit veranderd en moest er een route zo snel
mogelijk worden afgelegd in zo min mogelijk worpen. Om de houten ballen lekker
ver te kunnen werpen, werden ze gevuld met lood en later beton, wat de schade
aan lijf en leden misschien verklaarde. Dit bracht het Leidsche stadsbestuur
ertoe te bepalen dat:
'So moet nyemant doer die stede cloeten dan mit houten cloeten'
De boetes waren behoorlijk en zo gingen klootschieten en strafmaatregelen vanaf
het begin hand in hand.
De Reformatie, de Spaanse bezetting en de Gouden Eeuw hadden een negatief effect
op de populariteit van het klootschieten en pas in de achttiende eeuw nam de
populariteit weer toe. Er werden wedstrijden gehouden tussen dorpen, waarbij de
uitslag vaak aanleiding was voor vechtpartijen. Vanzelfsprekend kwam handigheid
met de kloot hierbij opnieuw van pas.
Niet lang geleden kreeg ik zelf de kans dit oeroude spelletje eens uit te
proberen. Tijdens een familieweekendje in het Drentse konden we enkele kloten
huren en een stukje Hollandse historie herbeleven. Het enthousiasme was vreemd
genoeg niet overweldigend en uiteindelijk kreeg ik alleen m'n ouders, zusjes en
Barbera mee. Vol vuur legde ik de regels van het spel uit en verdeelden we ons in
twee teams. Vastbesloten te winnen, begon ik de tactieken van mijn tegenpartij
te observeren om daar mijn voordeel mee te doen.
Pa leek mij de gevaarlijkste tegenstander en daar kreeg ik gelijk in. Met een
aanloop van drie passen en een grom verdween de kloot in de verte en moest de
waarnemer een sprintje inzetten om de kloot nog in te halen.
Moeders had een andere tactiek. Haar gezicht vertrokken in een geconcentreerde
blik, nam ze een aanloop van een meter of twintig waarna ze consequent eindigde
met een vreemd huppeltje. De kloot verdween hoog de lucht in en kwam met een
plof een meter of drie voor onze voeten weer neer.
Mijn zusjes en Barbera hadden een soort misleiding op touw gezet. Voor elke
eigen worp riepen ze om het hardst dat ze het toch niet konden en of iemand
anders wilde gooien. Na een vaak min of meer redelijke worp, volgde dan
standaard het 'zie je wel, ik kan er toch niets van.' Heel verwarrend.
Barbera maakte er iets elegants van. Als een dartele hinde kwam ze aangehobbeld,
wierp haar kloot en, nadat ze in haar broek had geplast van het lachen, ging ze
haar resultaat bekijken.
Om te voorkomen dat ook onze middag in een historische vechtpartij zou
ontaarden, besloot ik er een gelijkspel van te maken. Met een enorme zwieper
wierp ik mijn kloot in de bosjes, waar niemand hem meer terug kon vinden en daar
ligt 'ie als het goed is nog steeds. Enigszins teleurgesteld, maar zonder
vechtpartijen, keerden we terug naar het huisje.
Voor mezelf zat er nog een staartje aan het verhaal en herhaalde de
geschiedenis, zoals zo vaak, zich weer. Er zat namelijk een boete vast aan de
verdwenen kloten en zo bleven strafmaatregelen en klootschieten hand in hand
gaan.
Tot mijn grote vreugde hoorde ik dat Norma een klootschietbaan heeft uitgezet
voor de aankomende spelletjesdag. Natuurlijk ben ik dan van de partij en heel
misschien kunnen we het stadsbestuur weer een verbod laten uitvaardigen. Tot
besluit volgt hier het klootschieters strijdlied uit de negentiende eeuw. Laten
we dit onder het genot van een glaasje wijn ter ere van de kloot dan samen
zingen.
Hoort vrienden daarbuiten, de Noordooster fluit
Wij klootschieters trekken er weer op uit
Een klootschietersborst, deert regen noch kou
D'r is niets, wat ons daarvan weerhouden zou
Refrein:
Nu vooruit mijn klootje ... vooruit mijn bal
Ik geef U een stootje, dat tellen zal
Nu vooruit mijn klootje ... vooruit mijn bal
En ik geef U een stootje, dat tellen zal
Die sport jaagt het bloed door de aderen warm
Het staalt ook de spieren van je arm
Met krachtige aanloop en met vaste hand
Zo schiet ik de kloot over straat en land
Refrein
En iedere wedstrijd, zijn wij er weer bij
En staan met de prijzen vooraan in de rij
En zit het soms tegen, verloren de strijd
Dan telt ons plezier, en geen narigheid
|