|
Vreemde Vogels
Ik had mijn 'Kolom' dus al geschreven, op het geweldige strand van Ampuriabrava, Spanje, bijna 40 C, het zweet gutste op mijn papier. Ik had geschreven over die rare Italianen die in ONZE vakantietijd ook op vakantie gaan, en dan alle restaurants dichtgooien. "Wij zijn met vakantie", ja, WIJ OOK, en wij hebben honger!
Over de achterlijke Engelsen die zonder uitzondering wit en vadsig in een te krappe zwemoutfit de hele dag in de knallende zon gaan voetballen, zonder enig acht te slaan op andere strandgangers. Niet insmeren, flink zuipen en vooral lompe opmerkingen maken naar meisjes om ze te versieren, maar helaas, ze happen niet! Om de volgende dag met brandwonden en een alcoholvergiftiging in het ziekenhuis de rest van de vakantie door te brengen.
Over de Duitsers, die "ein bier und ein bradwurst" blijven bestellen, en het nog krijgen ook! Irritante lui.
En tenslotte natuurlijk over de Spanjaarden, die de hele vakantie om hun tent heen blijven hangen. Pa heeft de tent opgezet maar in plaats van gaan zitten, een biertje te pakken en de rest van de vakantie te gaan relaxen, loopt hij om de tent heen, haalt zijn buurman erbij en besluit dan na zwaar overleg toch die ene haring ietsje meer naar links te zetten. De hele familie komt er dan bij, loopt om de tent heen om aanwijzingen te geven. In de loop van de vakantie is er om de tent heen ook een geultje gegraven, het zou toch maar eens gaan regenen (sure!), er is een extra zeiltje gespannen om schaduw te krijgen, het kooktentje (jaha, kooktentje!) is drie keer verplaatst, de tv staat de hele dag aan (voetbal en sex) en elke dag wordt het eigen stukje aangeharkt. Ma is ondertussen aan het wassen, snijden, hakken en koken. De hele godganse dag! Leve de vakantie.
Maar dit stukje kolom over vreemde vogels, hoe leuk dan ook, en hoe blij ik ook was om een gewone Hollandse te zijn, werd volledig teniet gedaan door de laatste stranddag. Bob en ik gingen tijdens de siësta lekker genieten van een mooie lunch in een strandtentje. Zaten er naast ons toch Nederlanders zeg, niet te geloven! Twee zussen met mannen, kinderen en opa en oma. Een happy familie zou je zeggen. Nou een stelletje rijk geworden patatboeren waren het.
De Spanjaarden zijn, dat weten we, niet zo snel. Het is dan ook verschrikkelijk warm. Rustig aan dus. Maar de Nederlanders kregen hun drinken te langzaam. Vonden zij, terwijl wij rustig genoten van het weer en het fantastische uitzicht. "Geen fooi", riep zus 1 dan ook stellig. "Nou, ik vind het niet erg om even te wachten maar ze tappen het bier gewoon bij, anders is het dood", stelde zus 2 verontwaardigd. "Hehe", zei opa toen het drinken werd opgediend, "het zou tijd worden". "Het is ook nog lauw", brieste hij erachteraan. "Die krijgen ZEKER geen fooi!". Oma nam het op voor de serveerster: "Als je niet tevreden bent moet je er wat van zeggen, je kan niet zomaar geen fooi geven". "Ik zal er zeker wat van zeggen", brieste opa nu witheet. "Je zegt het wel NETJES" gaf oma hem vinnig terug. Het werd steeds gezelliger!
Ondertussen haalde het kleine meisje, jaar of vier, echt het bloed onder onze nagels vandaan door echt te ZEUREN". "Ik wi-hil niet naar het s-t-r-a-n-d, ik wi-hil naar de suuuu-per-markt" (denk er even zo'n zeurtoontje bij). Pa springt op en gaat nog ook. "Ik wi-hil niet met jou naar de suuu-per-markt, ik wi-hil alleen met ooooo-ma!" Dus oma springt op en wij vielen bijna van onze stoel af van de verbazing. Wat een verwend rotkind was dat zeg! Dat kan in de puberteit nog leuk worden.
Toen de serveerster eindelijk had gezien dat de hele familie stond te zwaaien voor de rekening (alsof het al niet warm genoeg was), bietste zus 2 nog even "wel goed nakijken of de rekening klopt hoor". Opa (grote mond) zei uiteraard niks over de service, maar zei toen de serveerster weg liep "hier komen we dus nooit meer". Ze gaven geen fooi. Vreemde vogels die Nederlanders. De serveerster zal wel verbaasd geweest zijn van de extra dikke tip die ze van ons kreeg. Het was tenslotte een zeer smakelijke EN vermakelijke lunch geweest!
|